De sterren tijdens de kerstperiode!

De sterren tijdens de kerstperiode!

De kleurenpracht van een kerstster is geen bloem, het zijn gekleurde schutbladeren. Zij geven de plant zijn aantrekkingskracht. De eigenlijke bloemetjes zijn piepklein en zitten verstopt in de kern van de schutbladeren. Traditioneel ‘bloeien’ Euphorbia Pulcherrima’s, ofwel kerststerren, rood of wit. Maar er tegenwoordig bestaan er ook crème en roze kerststerren.

Met Kerst in vol ornaat

Kerststerren zijn kortedagplanten. Ze krijgen hun gekleurde bladeren naarmate de dagen korter worden. Kwekers spelen daar een beetje mee, om ze precies met Kerst in kleur te krijgen. Kerststerren horen tot de Euphorbiaceae, wolfsmelkachtigen. Ze hebben een soort melksap in zich. Euphorbia is wonderbaarlijk genoeg ook de familie waartoe cactussen behoren. De soort soortnaam pulcherrima is te vertalen als de bevalligste, of de schoonste. De állerschoonste is misschien wel de Kerstster op een stammetje. Hoewel, mini’s in een arrangement zijn ook hartstikke leuk.

Langer plezier van je plant

Kerststerren kunnen makkelijk langer mee dan één kerstvakantie. Als je het volgende in de gaten houdt, heb je lang plezier van je plant:

  • Kerststerren komen oorspronkelijk uit de bergen van Mexico en Midden-Amerika. Ze zijn een temperatuur gewend van minimaal 12°C (en maximaal 22°C). Bescherm je Euphorbia daarom tegen kou als je hem uit je tuincentrum meeneemt.
  • Zet de Kerstster tijdens de bloei op een lichte plaats, maar niet in de volle zon.
  • Een plek op de centrale verwarming levert gegarandeerd bladverlies op. Het is daar te warm en te droog.
  • Zet je plant wekelijks een kwartiertje in een laagje lauw water. Dat kan dan optrekken in de pot. Laat hem daarna goed uitlekken, want natte voeten zijn funest voor Kerststerren.
  • Nevelen hoeft niet, maar o wat vinden ze dat fijn!

Voor de ervaren plantenliefhebber

Kerststerren hebben niet de eeuwige jeugd, maar het zijn geen wegwerpers. Als de gekleurde bladeren weer groen worden of afvallen, kun je de plant tot de helft terugsnoeien en een koele rustplek geven. In de zomer kan hij weer naar buiten. Op het moment dat je je terrasspullen binnenhaalt (ca. half september) zet je ook je kerstster binnen. Geef hem een lichtarm dieet; maximaal 10 uur licht per dag en voor de rest totale duisternis. Langzaam komen er nu nieuwe schutbladeren in kleur.